Hoe snijdt het homeopathische concept ‘het gelijke geneest het gelijkende’ hout?
Een van de basiswetten van de homeopathie is: het gelijke met het gelijksoortige genezen (Similia similibus curentur). Dat wil zeggen: de symptomen die worden veroorzaakt door een hoge dosis van een bepaalde stof kunnen in een lage dosis dezelfde symptomen genezen.
Het idee dat een stof in grote doses schadelijk kan zijn maar in lage doses het tegenovergestelde bewerkt is niet nieuw in de wetenschap; in feite is dit concept (‘hormesis’) al tientallen jaren bekend en in toenemende mate beschreven in gebieden zoals biologie en toxicologie.
Er bestaan zelfs voorbeelden van Similia similibus curentur in conventionele geneeskunde, bijvoorbeeld:
- Digitalis veroorzaakt in hoge doses hartritmestoornissen, maar dit middel wordt gewoon gebruikt – in een lage dosering – om deze aandoening te genezen.
- Het stimulerende, op amfetamine gebaseerde middel Ritalin wordt gebruikt om ADHD (aandachtsstoornis en hyperactiviteit) te behandelen.
- Kleine doses van allergene stoffen, zoals pollen, worden gebruikt om allergische patiënten minder gevoelig te maken.
Een belangrijk verschil is, dat in homeopathie de werkzame doses zó klein zijn dat giftige bijwerkingen vermeden worden.
Homeopathische medicijnen in lage potenties (tot 12C of 24D) bevatten moleculen van de originele stof waar ze van gemaakt zijn. Daarom zijn in de meeste landen de geneesmiddelen gemaakt van giftige stoffen alleen verkrijgbaar in hogere potenties. ‘Hoger’ betekent: gelijk of hoger dan de ‘laagste veilige verdunning’.
Het zijn de hogere potenties, waar geen moleculen van de stof meer in aan te tonen zijn, die controverse oproepen, omdat we nog niet weten op welke manier zij werken.